Het Harelbeekse Aspiravi Holding ontpopte zich in de schaduw van de energiereuzen tot een grote speler in groene energie én een winstmachine die al 124 miljoen euro aan gemeentelijke aandeelhouders uitkeerde. Om de groei verder te zetten mikt CEO Rik Van de Walle op grote windparken in Bosnië en zonnepanelen in Franse wijngaarden.

Aspiravi Holding

Groene stroomproducent Aspiravi kreeg recent met een lokale partner een vergunning voor de bouw van een groot windpark in Bosnië en haalde ook aanbestedingen voor zonnepanelen binnen in Frankrijk en Spanje. Plots waait een opmerkelijke nieuwe wind bij het bedrijf dat in handen is van een honderdtal Vlaamse gemeenten. Op een klein uitstapje met enkele windturbines op het Caribische eiland Curaçao na was Aspiravi de voorbije twintig jaar vooral actief met windturbines in Vlaanderen en de Noordzee.

Maar de ruimte onder de kerktoren is te beperkt geworden. ‘We kwamen tot de vaststelling dat als we willen blijven groeien en de aandeelhouders eenzelfde of groeiend dividend uitkeren, we nieuwe dingen moeten doen’, zegt CEO Rik Van de Walle. ‘De Belgische markt raakt stilaan verzadigd: met een aantal spelers kijken we allemaal wat naar dezelfde gaatjes die er nog zijn voor nieuwe windparken. België blijft onze thuismarkt, maar het wordt moeilijk om de evolutie van de voorbije twintig jaar verder te zetten. ’Aspiravi startte in 2002 toen vier regionale energie-intercommunales enkele bestaande windprojecten bundelden. Vandaag telt de Aspiravi Holding meer dan 400 windturbines en twee biomassacentrales, samen goed voor 1.700 megawatt. Van de Walle staat al vanaf de oprichting aan het roer. ‘In die tijd hebben we meegewerkt aan 4 miljard euro investeringen’, blikt de West-Vlaamse ingenieur terug.

In België worden nu stappen gezet naar nieuwe activiteiten. Zo is de eerste vergunning voor een batterijpark binnen. Daarnaast wil Aspiravi zelf meer stroom gaan verkopen aan grote verbruikers. ‘In de beginjaren verkochten we al onze productie aan energiespelers als Engie en Luminus. Nu willen we die zo veel mogelijk rechtstreeks bij de klanten brengen en we sloten afnamecontracten met MIVB en Decathlon. Bedrijven willen niet meer stroom met een groen label van eender waar afnemen, maar van een specifieke installatie op hun terrein of in de buurt’, legt Van de Walle uit.

Internationale wind

Aspiravi Energy levert wel stroom aan een deel van zijn coöperanten, maar wil geen energieleverancier worden voor de grote massa. ‘Neen, daar komen te veel verplichtingen bij kijken en zware IT-inspanningen. De marges zijn zeer laag’, zegt Van de Walle. De focus van het bedrijf ligt nu vooral op enkele buitenlandse projecten.

In Bosnië haalde Aspiravi via een joint venture met een lokale partner een vergunning voor een windpark van 125 megawatt binnen. Er wordt ook gekeken naar twee andere projecten die elk goed zijn voor 200 megawatt. ‘Daar een windpark bouwen is technisch hetzelfde als hier. Maar voor het vergunningstraject en het regelgevend kader nemen we graag een lokale partner aan boord’, zegt Van de Walle. Bosnië was volgens Van de Walle een opportuniteit. ‘De energiesector is er nog niet zo geëvolueerd en de markt staat nog in haar kinderschoenen. We kunnen er een verhaal schrijven zoals we twintig jaar geleden in Vlaanderen zijn begonnen.’ Als de plannen lukken, kan Aspiravi er als first mover een ‘substantieel deel van de markt’ verwerven.

De nieuwe filialen in Spanje en Frankrijk zijn een ander verhaal. ‘Dat zijn zeer grote en mature markten en daar zullen we geen grote rol spelen. Als we daar een paar kruimels die van tafel vallen kunnen meepikken, dan is dat naar onze verhouding nog groot genoeg’, klinkt het. In beide landen mikt Aspiravi ook op zonne-energie, iets waar het zich in België nooit aan gewaagd heeft. ‘We mikken op zonneparken tot 5 megawatt, die veel sneller gebouwd kunnen worden dan een windpark. Zo kunnen die filialen snel omzet genereren, schaalgrootte verwerven en meer zelfbedruipend worden. We willen die lokale teams geen jaren voorfinancieren’, zegt Van de Walle.

In Frankrijk werd al één aanbesteding binnengehaald door de nieuwe dochter Derasp. Die richt zich vooral op de niche van agri-PV, zonnepanelen in combinatie met landbouw. ‘Zonnepanelen in wijngaarden kunnen gekanteld worden zodat ze nog voldoende licht opvangen, maar de groei van de planten niet hinderen. Op sommige momenten kunnen ze de planten ook beschermen tegen te hevige zon, zware regenbuien of hagel.’ Ook in Spanje haalde de lokale Aspiravi-vennootschap Erasp al twee aanbestedingen voor zonneparken binnen. Daarnaast liggen er twee windprojecten op tafel, één van 5 turbines (21MW) nabij Bilbao en één van 10 turbines (66 MW) in Cantabrië. Of Aspiravi al die buitenlandse avonturen zelf kan financieren, valt af te wachten. ‘Als grote stappen worden gezet, kunnen we per project, per land of bij de internationale tak een partner aan boord halen’, zegt Van de Walle.

Offshorewind

De vraag of een lokale speler als Aspiravi de steeds grotere projecten nog kan blijven trekken, heeft vooral betrekking op offshorewind. Colruyt (Virya Energy) verkocht recent zijn offshorewind divisie Parkwind aan een Japanse groep, omdat het niet meer mee kon gaan in de internationalisering en schaalvergroting voor zeewindparken. De sector staat voor een enorme groei, maar wordt steeds meer het domein van energiemultinationals.

Van de Walle begrijpt de exit van Colruyt. Ook bij Aspiravi zijn er geen plannen om in het buitenland aan nieuwe offshore avonturen te beginnen. ‘De tijd en de middelen die daarin verdwijnen zijn enorm.’ Hij verwijst naar een recente aanbesteding in Duitsland, waar energiereuzen miljarden betaalden voor windconcessies. ‘Dat zijn dossiers met grote risico’s, waar wij niet competitief in kunnen zijn.’

Maar Aspiravi stapt in tegenstelling tot Colruyt niet uit offshorewind: het blijft aandeelhouder in 4 bestaande parken en wil met het Belgische consortium deelnemen aan de nakende aanbesteding voor nieuwe concessies in de Prinses Elisabethzone. In dat Noordzeegebied wil de regering tegen 2030 drie bijkomende parken. ‘We zouden daar als Belgische partner absoluut graag deelnemen en winnen. Maar niet tegen elke prijs. We willen niet pronken met een project als dat niet economisch rendabel is.’

En dan zijn er nog projecten in Schotland die het consortium Thistle Wind Partners (TWP) van Aspiravi en DEME binnenhaalde. De twee projecten van 1.000 megawatt zouden na 2030 draaien. ‘Projecten in Schotland en eventuele nieuwe in België kunnen we nog aan, omdat we maar een klein belang in de consortia hebben, maar daar hebben we de handen wel al vol mee. Als er nog meer op ons bord komt, krijgen we het niet meer gefinancierd met de eigen middelen en komt het dividend in het gedrang.’

‘Op het opstartjaar na hebben we altijd winst gemaakt. Vorig jaar keerden we 17 miljoen euro uit, in totaal gaat het om 124 miljoen euro aan dividenduitkeringen. Dat is bijna tien keer zoveel als wat de aandeelhouders hebben ingebracht (12,6 miljoen euro aan activa en 1 miljoen euro in contanten). Ondertussen is de vennootschap gegroeid tot een eigenvermogen van 239 miljoen euro’, zegt de CEO. ‘Dat is een verhaal dat we door verbreding en internationalisering verder willen schrijven.’

Bron: De Tijd