Een baanbrekend onderzoek van Universiteit Hasselt toont dat trajectcontroles op gemeentelijke wegen geen toevalstreffer zijn. De cijfers liegen niet: op gemeentewegen in Limburg waar trajectcontroles worden ingevoerd daalt het aantal verkeersongevallen met gemiddeld 38% meer t.o.v. vergelijkbare wegen.
Het is de eerste keer dat zo’n impact op gemeentelijke schaal wetenschappelijk onderbouwd is. In kader van de leerstoel ‘datagedreven beleid’ zoomde UHasselt in op datareeksen over een periode van 6 jaar, verspreid over 55 wegen mét en zonder trajectcontrole.
De leerstoel datagedreven beleid onderzoekt hoe gemeentebesturen beleidskeuzes kunnen ondersteunen op basis van objectieve data. Het onderzoek wordt gefinancierd door Nuhma en UHasselt zorgt voor de wetenschappelijke expertise. S-Lim ondersteunt als intergemeentelijke samenwerking dan weer de lokale besturen in verschillende facetten van datagedreven beleid.
Nuhma en s-Lim zorgen samen voor slimme data-inzichten
Als klimaatbedrijf van Limburg investeert en participeert Nuhma ook in smart technologies. Want duurzaam beleid is méér dan energie alleen — het gaat ook over veilig verkeer, leefbaarheid en concreet maatschappelijk rendement.
S-Lim zorgt ervoor dat de verzamelde data écht bruikbaar wordt voor lokale gemeenten. Zij bundelen databronnen, vangen de relevante beleidsvragen op en staan klaar om bestuurlijke noden te vertalen naar inzichtelijke oplossingen.
Uitgebreide data-analyse
Voor de diepgaande data-analyses maakten de onderzoekers gebruik van verschillende databronnen: verkeersongevallen voor de periode 2018-2023 van de Federale Politie, het Vlaamse wegenregister voor kenmerken van wegen en een zelf samengestelde dataset over de gemeentelijke trajectcontroles. S-Lim hielp ze met het verzamelen van de cruciale datasets.

“De centrale vraag die we ons stelden was of en in welke mate de invoering van gemeentelijke trajectcontroles in Limburg een impact heeft op het aantal en de ernstgraad van verkeersongevallen. Uit onze analyses blijkt dat de invoering van deze trajectcontroles heeft geleid tot een gemiddelde daling van het aantal verkeersongevallen met 38% meer t.o.v. de evolutie op vergelijkbare wegen. Wat betreft de impact van de invoering van trajectcontroles op de ernstgraad van verkeersongevallen vinden we echter geen statistisch significante effecten”, zegt prof. dr. Wim Marneffe (rechts op de foto).
“Belangrijk hierbij is dat we in onze data-analyses niet enkel keken naar de ongevallencijfers op gemeentewegen voor en na de installatie van een trajectcontrole. Want dan negeer je mogelijke algemene evoluties in ongevallencijfers die zich voordoen op alle wegen, bijvoorbeeld omdat bestuurders in het algemeen voorzichtiger werden in het verkeer of omdat auto’s slimmer zijn geworden. Wij hebben dus gekeken naar de evolutie in het aantal verkeersongevallen op wegen voor en na de introductie van een trajectcontrole, rekening houdend met de evolutie van het aantal ongevallen op wegen zonder trajectcontrole”, zegt dr. Tom Vandersteegen (links op de foto).
Leerstoel voor datagedreven beleid
Als een gemeentebestuur moet beslissen om al dan niet een trajectcontrole op een gemeenteweg te installeren, zouden zij rekening moeten houden met verschillende aspecten. Veel meer dan enkel de impact van een trajectcontrole op de ongevallencijfers, maar bijvoorbeeld ook met de investeringscomponent, eventuele privacy issues of de perceptie over verkeersveiligheid. De resultaten uit dit onderzoek zijn dus slechts één van de vele elementen waarop men hun keuze kan bepalen.
“’Wat dit onderzoek ons ook leert, is dat inzichten uit data enkel impact kunnen hebben als er voldoende relevante data rond een specifiek topic beschikbaar is. Voor dit onderzoek moest bijvoorbeeld een cruciale dataset, namelijk de installatiedatum en coördinaten van de trajectcontroles, nog apart samengesteld worden. Je stelt dus vast dat het beschikken over eigen, historische data erg belangrijk is. Hoe concreter het vraagstuk, hoe gerichter we vervolgens de nodige data bij elkaar kunnen brengen, om zo het relevante inzicht voor het lokaal beleid te creëren. Zo hebben ze een objectief puzzelstuk in handen bij het nemen van een beslissing”, zegt Jan Neyens, algemeen directeur van s-Lim.
Bron: s-Lim